Vrijstelling voor diensten verbonden aan uitvoer vanaf 1 januari 2022 beperkt!

De langverwachte circulaire met betrekking tot de beperkte toepassing van de vrijstelling rond uitvoer gerelateerde diensten werd op 28 oktober 2021 gepubliceerd.

De circulaire kwam er aangezien het toepassingsgebied van de vrijstelling voor uitvoer gerelateerde diensten momenteel in België nog steeds ruim wordt geïnterpreteerd terwijl dit niet langer in lijn lag met de Europese visie.

In navolging van het Arrest van het Hof van Justitie in de zaak  ‘L.C.’ IK ( C-288/16) van 29.06.2017, was er reeds de conclusie gekomen dat het toepassingsgebied van de vrijstelling voorzien in artikel 146, lid 1, onder e), van Richtlijn 2006/112/EG beperkt diende te worden tot de vervoersdiensten die rechtstreeks verband hielden met de effectieve uitvoer van de goederen en tevens rechtstreeks voor de uitvoerder of de ontvanger van de bedoelde goederen moesten zijn verricht. Dit impliceerde tevens dat de vrijstelling slechts kan worden toegepast in de verhouding tussen enerzijds de dienstverrichter en anderzijds de afzender of de ontvanger van de goederen. Van zodra er beroep wordt gedaan op onderaannemers, kan in deze verhouding niet langer toepassing gemaakt worden van de vrijstelling voorzien in artikel 146, lid 1, onder e), van de Richtlijn 2006/112/EG.

Wat betreft de Belgische btw-wetgeving, heeft het arrest gevolgen voor de toepassing van de vrijstelling voorzien in artikel 41, § 1, eerste lid, 3°, van het Btw-Wetboek. Deze bepaling vormt immers de gedeeltelijke omzetting van artikel 146, lid 1, onder e), van de Richtlijn 2006/112/EG in Belgisch recht.

Concreet kan de vrijstelling van artikel 41, § 1, eerste lid, 3°, van het Btw-Wetboek, nog slechts toegepast worden in de verhouding tussen enerzijds de dienstverrichter en anderzijds de afzender of de ontvanger van de uit te voeren goederen. De twee laatstgenoemde personen kunnen onder meer volgende deelnemers betreffen:

–      de verkoper of de koper van de uit te voeren goederen

–      de eigenaar, de huurder of de ontlener van de uit te voeren goederen

–      de maakloonwerker die goederen uitvoert buiten de Gemeenschap om ze een herstelling, bewerking, verwerking of aanpassing te laten ondergaan

–      de persoon die goederen wederuitvoert buiten de Gemeenschap, welke hij op zicht, op proef of in consignatie had ontvangen

–      de persoon die goederen wederuitvoert buiten de Gemeenschap, nadat ze door hem zijn hersteld, bewerkt, verwerkt of aangepast.

Indien de dienstverrichter een beroep doet op een onderaannemer voor het verrichten van de goederenvervoerdienst, kan de dienst verricht door de onderaannemer niet van de btw worden vrijgesteld op grond van artikel 41, § 1, eerste lid, 3°, van het Btw-Wetboek.

Om de marktdeelnemers de nodige tijd te geven zich aan te passen en aangezien dit toch een grote aanpassing binnen de sector zal vergen, zal bovenstaande wetgeving pas ingaan op 1 januari 2022.

Heeft u nog vragen over dit onderwerp?
Contacteer nu de expert van HLB:

nike.debruyn@hlb.be

Gecertificeerd belastingadviseur
+32 3 449 97 57

Nike De Bruyn

Share