Dividend uit je vennootschap halen: wat verandert er voor VVPR-bis en de liquidatiereserve?
Geld uit je vennootschap halen, dreigt binnenkort meer te kosten. In de ministerraad van 11 december kondigde de federale regering aan dat ze het fiscaal gunstregime voor zowel VVPR-bis-dividenden als liquidatiereserves wil verstrengen. De bedoeling is om de belastingdruk op deze uitkeringen op te trekken van 15% naar 18%.
Die plannen zijn op dit moment nog niet definitief. Pas wanneer de wet effectief wordt goedgekeurd en gepubliceerd, zullen de nieuwe tarieven van toepassing zijn. Toch roept de aankondiging nu al heel wat vragen op bij ondernemers en aandeelhouders van kleine vennootschappen. Wat houden de bestaande regimes precies in, wat zou er wijzigen en welke aandachtspunten zijn vandaag al relevant?
Wat zijn VVPR-bis en de liquidatiereserve?
Het VVPR-bis-regime biedt aandeelhouders van kleine vennootschappen de mogelijkheid om dividenden uit te keren tegen een verlaagd tarief van roerende voorheffing. Vandaag bedraagt dat tarief 15%, op voorwaarde dat aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan. Zo moeten de aandelen zijn uitgegeven naar aanleiding van een inbreng in geld vanaf 1 juli 2013 en geldt er een wachttermijn van drie boekjaren alvorens het verlaagde tarief kan worden toegepast.
Naast VVPR-bis bestaat ook het systeem van de liquidatiereserve. Dat laat toe om winst tijdelijk in de vennootschap te parkeren met het oog op een latere, fiscaal gunstige uitkering. Bij de aanleg van een liquidatiereserve betaalt de vennootschap een anticipatieve heffing van 10%. Wanneer de reserve later wordt uitgekeerd, geldt vandaag een bijkomende roerende voorheffing van 5% na een wachttermijn van vijf jaar of 6,5% na drie jaar. Wordt de liquidatiereserve uitgekeerd bij vereffening van de vennootschap, dan is zelfs geen bijkomende roerende voorheffing verschuldigd.
Wat heeft de regering aangekondigd?
In het kader van een bredere budgettaire hervorming wil de federale regering de belastingdruk op dividenduitkeringen verhogen. Daarbij worden expliciet zowel het VVPR-bis-regime als de liquidatiereserve geviseerd. De aangekondigde aanpassingen zijn bedoeld om de effectieve belasting op deze uitkeringen dichter bij elkaar te brengen en op te trekken tot 18%.
Belangrijk is dat het voorlopig om beleidsvoornemens gaat. Zolang de wet niet is gestemd en gepubliceerd, blijven de huidige regels van toepassing.
Impact op de liquidatiereserve
Voor liquidatiereserves die reeds zijn aangelegd, lijkt er voorlopig geen verandering te komen. Deze reserves zouden onder het bestaande regime blijven vallen, met de huidige tarieven bij latere uitkering of bij vereffening.
Anders wordt het voor nieuwe liquidatiereserves die worden aangelegd vanaf 31 december 2025. Voor die reserves ligt een hogere belastingdruk op tafel. Bij uitkering na de wachttermijn zou een bijkomende roerende voorheffing van 9,8% verschuldigd zijn, bovenop de anticipatieve heffing van 10% die bij aanleg werd betaald. In dat scenario loopt de totale belastingdruk dus op tot 18%.
Voor vennootschappen met een gebroken boekjaar is extra waakzaamheid aangewezen. Boekjaren die uiterlijk op 30 december 2025 afsluiten, zouden nog onder het huidige, gunstigere regime blijven vallen.
Wat verandert er voor VVPR-bis?
Ook binnen het VVPR-bis-regime wil de regering het tarief verhogen. Het huidige verlaagde tarief van 15% roerende voorheffing zou worden opgetrokken tot 18% zodra de nieuwe wet van kracht is.
Daarbij is vooral de timing van belang. Volgens de aangekondigde plannen zou het hogere tarief gelden op het moment van uitkering, ongeacht het boekjaar waarin de winst werd gerealiseerd. Dat betekent dat ook historische winsten, die pas later worden uitgekeerd, onder het verhoogde tarief zouden kunnen vallen.
Zolang de wet echter nog niet is gepubliceerd, blijven VVPR-bis-uitkeringen mogelijk aan het huidige tarief van 15%, uiteraard op voorwaarde dat aan alle wettelijke voorwaarden en wachttijden is voldaan.
Wat betekent dit concreet voor ondernemers?
Voor wie al liquidatiereserves heeft opgebouwd, verandert er op korte termijn weinig. De aangekondigde hervorming viseert in hoofdzaak toekomstige reserves en toekomstige dividenduitkeringen. Toch kan de impact aanzienlijk zijn voor ondernemers die nog belangrijke reserves (andere dan liquidatiereserves) in de vennootschap hebben zitten en die de komende jaren willen uitkeren onder het VVPR-bis-regime.
In die context wordt een doordachte planning steeds belangrijker. Het moment van aanleg van een liquidatiereserve, de timing van een dividenduitkering en de keuze tussen VVPR-bis of andere uitkeringsvormen kunnen een merkbaar verschil maken in de uiteindelijke fiscale kost.
Hoe kan HLB je begeleiden?
Bij HLB volgen we deze ontwikkelingen op de voet. Samen met jou bekijken we welke winsten in aanmerking komen voor VVPR-bis, welke reserves al zijn aangelegd en hoe toekomstige uitkeringen het best worden gepland binnen het geldende – en toekomstige – fiscale kader.
Een goed onderbouwde strategie helpt om onaangename verrassingen te vermijden en laat toe om vandaag al fiscaal weloverwogen keuzes te maken. Heb je vragen over VVPR-bis, liquidatiereserves of andere manieren om middelen uit je vennootschap te halen? Dan staan onze HLB-experts klaar om je hierbij te adviseren.
Heeft u nog vragen over dit onderwerp?
Contacteer nu de expert van HLB:
wladimir.vanderbauwede@hlb.be
Gecertificeerd fiscaal accountant
Senior Partner
+32 56 26 05 61