Wanneer een btw belastingplichtige een werk in onroerende staat in België uitvoert, dan vindt deze dienst plaats daar waar het onroerend goed gevestigd is. Onder werken in onroerende staat wordt dan verstaan, het bouwen, verbouwen, afwerken, inrichten, herstellen, onderhouden, afbreken en reinigen van een uit zijn aard onroerend goed. Ook leveringen van roerende goederen die door installatie aan een onroerend goed, onroerend uit zijn aard worden, worden tot werken in onroerende staat gerekend.
Volgens het huidige artikel 20 van KB 1 van het btw-wetboek dient de dienstverrichter van een werk in onroerende staat de btw te verleggen indien de ontvanger van de dienst een in België gevestigde belastingplichtige is die hier aangiftes indient. Indien de ontvanger van de dienst een niet in België gevestigde belastingplichtige is die hier in België een aansprakelijk vertegenwoordiger had en die periodieke btw aangiftes indient, dan dient de btw ook verlegd te worden naar de ontvanger van de dienst.
Dit impliceert dat indien de afnemer van de dienst een buitenlandse belastingplichtige die in België een btw-nummer heeft, maar die geen aansprakelijk vertegenwoordiger heeft (dus registratie via rechtstreekse btw-registratie), deze dienst niet in aanmerking komt om de verlegging van de btw op toe te passen.
Op 10 november 2022 werd echter een KB gepubliceerd dat aan deze wetgeving verandering brengt. Vanaf 1 januari 2023 zal het artikel 20 van KB 1 worden gewijzigd waardoor de btw verlegd dient te worden naar alle belastingplichtigen die in België een btw nummer bezitten en die periodieke btw aangiftes indienen. Voor buitenlandse belastingplichtige worden hier niet meer het onderscheid gemaakt of zij via aansprakelijk vertegenwoordiging zijn geregistreerd of via rechtstreekse registratie.
Het blijft evenwel een voorwaarde dat de ontvanger van de dienst periodieke btw-aangiftes in België indient. Indien de afnemer een btw-nummer heeft vermeld, maar niet heeft bevestigd dat deze periodieke btw aangiftes indient, dient de factuur van de dienstverrichter volgende vermelding te bevatten:
"Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na de ontvangst van de factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is gehouden tot de indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten".
Indien u hieromtrent nog bijkomende vragen heeft, laat het ons gerust weten.