In het kader van de circulaire over de terugbetaling van kosten in het kader van thuiswerk (circulaire 2021/C/20, 26.02.2021), lanceerde de administratie nieuwe inzichten in de terugbetaling van reële kosten die werden betaald door een werknemer/bedrijfsleider maar die ten laste van de vennootschap vallen. Het handelt hier aldus om werkelijk gedane kosten, niet om een forfaitaire kostenvergoeding.
Tot en met inkomstenjaar 2021 moesten dergelijke bedragen niet worden vermeld op de fiches 281.10 (werknemers) en 281.20 (bedrijfsleiders). De fiscus besliste de administratieve praktijk te verstrengen waardoor vanaf inkomstenjaar 2022 deze bedragen er wel op moeten.
Dit houdt onder andere volgende administratieve verplichtingen met zich mee:
In principe zijn alle vergoedingen die worden toegekend door de vennootschap een belastbare wedde, tenzij deze vrijgesteld is. Indien de fiscus de voormelde ficheverplichting koppelt aan de vrijstelling, zou, o.i. in het meest negatieve geval, de niet-aangifte kunnen leiden tot de belastbaarheid van de betaalde sommen. De niet-aftrekbaarheid van de kost in de vennootschap is tevens een mogelijk risico. Een foute fiche kan eveneens aanleiding geven tot administratieve boetes of belastingverhogingen.
Aarzel niet uw vertrouwde HLB-contact te contacteren voor verdere duiding en uitleg.