Niet langer een automatische belastingverhoging van 10% bij eerste vergissing te goeder trouw?

Door de belastingadministratie wordt vrijwel automatisch (ten gevolge van een fiscale controle) een belastingverhoging toegepast ingeval de belastingplichtige een fout of een vergissing heeft gemaakt in zijn aangifte in de inkomstenbelasting.

Bij een eerste overtreding zonder opzet de belasting te ontduiken wordt een belastingverhoging van 10% toegepast, bij een tweede overtreding 20%, bij een derde 30%. Vanaf de vierde overtreding bedraagt de belastingverhoging minstens 50%. Bovendien verliest een onderneming, die een belastingverhoging krijgt opgelegd, ook het recht om de overdraagbare verliezen in mindering te brengen voor dat aanslagjaar.

Het Grondwettelijk Hof heeft in een recent arrest geoordeeld dat bij een eerste vergissing te goeder trouw een belastingverhoging van 10% “in beginsel niet van toepassing is”.

Naar aanleiding van dit arrest werd in november 2024 door minister Van Peteghem bevestigd dat belastingplichtingen die hun aangifte niet correct indienen en te goeder trouw zijn voortaan niet langer automatisch een belastingverhoging van 10% opgelegd zouden krijgen. In die zin werd er ook in het regeerakkoord de intentie van de belastingplichtige opgenomen.

Hieromtrent is heel wat te doen geweest in de pers waarop enkele weken geleden door de hoven van beroep te Gent en Antwerpen een persbericht werd uitgestuurd, waarin wordt vermeld dat de Administratie gelet op de tekst van de wet, bij ontstentenis van kwade trouw “kan afzien” van het opleggen van een belastingverhoging, maar daartoe “niet verplicht” is!

Onze ervaring met belastingcontroles over de voorbije boekjaren leert ons dat de niet toepassing van de 10% belastingverhoging op dit moment allerminst verworven is; de Administratie baseert zich daarbij op de bepalingen van art 225 en 226 KB/WIB die de mogelijkheid om de belastingverhoging niet toe te passen, bij ontstentenis van kwade trouw, niet voorzien.

Als er in het verleden een belastingverhoging van 10% werd toegepast, kan men bezwaar indienen om deze ongedaan te maken. De bezwaartermijn is momenteel één jaar te rekenen vanaf de derde werkdag na verzending van het aanslagbiljet. Indien de bezwaartermijn verstreken is, kan nog getracht worden om via een verzoek tot ambtshalve ontheffing of een aanvraag tot kwijtschelding bij de Fiscale Bemiddelingsdienst de belastingverhoging te laten kwijtschelden.

Voor verdere vragen of om u bij te staan bij het indienen van een bezwaar of verzoekschrift, aarzel niet uw vertrouwd HLB-expert te contacteren.

 

Heeft u nog vragen over dit onderwerp?
Contacteer nu de expert van HLB:

sofie.coppens@hlb.be

Tax Consultant
+32 3 449 97 57

Share