Vanaf 1 januari 2026 voert België een belasting in op vermogenswinsten binnen de personenbelasting op bepaalde financiële vaste activa. Een jaarlijkse vrijstelling van € 10.000 per belastingplichtige (of tot maximaal € 15.000 onder bepaalde voorwaarden) is voorzien. Boven dit bedrag geldt een vlak belastingtarief van 10 %. Voor substantiële participaties (≥ 20 %) wordt een progressief regime ingevoerd na een belastingvrije drempel van 1 miljoen euro, met tarieven die oplopen van 1,25 % tot 10 %.
Hieronder vindt u de krachtlijnen van deze verwachte hervorming:
De nieuwe belasting geldt op gerealiseerde meerwaarden op bepaalde financiële activa, zoals:
Bepaalde transacties blijven echter uitgesloten van de belasting, zoals:
Het basisbelastingtarief bedraagt 10 % op het netto gerealiseerde jaarlijkse vermogensvoordeel.
Er wordt gewerkt met drempels, gunsttarieven en uitzonderingen, onder meer voor wie een aanmerkelijk belang heeft in een vennootschap:
De nieuwe belasting zal van toepassing zijn vanaf 1 januari 2026. De belasting op meerwaarden zal voor lopende investeringen worden berekend op basis van de waarde van uw portefeuille op 31 december 2025 (tenzij de effectieve aanschaffingswaarde hoger was – op voorwaarde dat de meerwaarde ten laatste op 31 december 2030 wordt gerealiseerd). Hoe hoger deze referentiewaarde, hoe lager de latere fiscale last.
Het lijkt in dat geval aangewezen om op 31 december 2025 een inventaris op te maken en een verdedigingsdossier samen te stellen waarin alle (latente) meerwaarden op lopende investeringen worden samengevat.
Een gesprek met een expert is aangeraden om de beste waarderingsmethode voor dit vermogen op 31 december 2025 te bepalen. Er kunnen immers verschillende waarderingsmethoden overwogen worden om voor aandeelhouders van vennootschappen een zo gunstig mogelijke uitkomst te bekomen tijdens deze waarderingsoefening.
Men kan denken aan:
Verliezen of minwaarden zijn enkel aftrekbaar in het jaar waarin ze worden gerealiseerd. Er is geen overdracht naar volgende jaren toegestaan, wat het ‘spreiden’ van kapitaalopbrengsten bemoeilijkt.
Het is belangrijk te benadrukken dat meerwaarden die worden gerealiseerd in een duidelijk speculatief kader — dat wil zeggen, korte termijn of abnormale verrichtingen —afzonderlijk zullen blijven belast aan het huidige tarief van 33 %.
Eveneens zullen vanaf 2026 interne meerwaarden systematisch worden belast aan 33 %. Het realiseren van dergelijke meerwaarden vóór 31 december 2025 of het uitvoeren van transacties om een deelnemingsdrempel van 20% in een onderneming te bereiken, kan interessant zijn, maar houdt vooral een risico van herkwalificatie in, indien de transacties hoofdzakelijk fiscaal geïnspireerd zijn.
Conclusie
Deze belasting betekent een breuk met het Belgische fiscale verleden, dat lang gekenmerkt werd door een bijna volledige vrijstelling van meerwaarden. Hoe banken, belastingplichtigen en de fiscus zich op deze wijziging zullen voorbereiden tegen 2026, blijft af te wachten.
Gelieve te noteren dat de wetteksten vooralsnog niet zijn gepubliceerd. Het is daarom niet uitgesloten dat er nog wijzigingen kunnen worden doorgevoerd aan de hierboven vermelde elementen.
Wij publiceren binnenkort bijkomende updates over deze maatregel zodra het wetgevende kader is goedgekeurd.
Heeft u vragen of wenst u een patrimoniale doorlichting? Neem gerust contact op met ons team.