Actua

Meerwaardebelasting vanaf 2026: wat u moet weten over deze nieuwe Belgische belasting

Geschreven door Jim Geudens | 11 juli 2025

Vanaf 1 januari 2026 voert België een belasting in op vermogenswinsten binnen de personenbelasting op bepaalde financiële vaste activa. Een jaarlijkse vrijstelling van € 10.000 per belastingplichtige (of tot maximaal € 15.000 onder bepaalde voorwaarden) is voorzien. Boven dit bedrag geldt een vlak belastingtarief van 10 %. Voor substantiële participaties (≥ 20 %) wordt een progressief regime ingevoerd na een belastingvrije drempel van 1 miljoen euro, met tarieven die oplopen van 1,25 % tot 10 %.

Hieronder vindt u de krachtlijnen van deze verwachte hervorming:

  1. Wie valt onder het nieuwe regime?
  • Natuurlijke personen met fiscale woonplaats in België, die rechtstreeks of via fiscaal transparante investeringsvehikels beleggen.
  • VZW’s en stichtingen vallen eveneens onder de reikwijdte.
  1. Welke activa worden belast?

De nieuwe belasting geldt op gerealiseerde meerwaarden op bepaalde financiële activa, zoals:

  • Aandelen (beursgenoteerd of niet), obligaties, beleggingsfondsen en/of ETF’s
  • Afgeleide producten, cryptomunten
  • Levensverzekeringen (tak 21, 23, 26)
  • Beleggingsgoud en vreemde valuta

Bepaalde transacties blijven echter uitgesloten van de belasting, zoals:

  • Schenkingen en erfenissen
  • Pensioenspaarplannen
  • Groepsverzekeringen
  • Vastgoedinkomsten (onder hun eigen regime)
  1. Wat zijn de tarieven en vrijstellingen?

Het basisbelastingtarief bedraagt 10 % op het netto gerealiseerde jaarlijkse vermogensvoordeel.

Er wordt gewerkt met drempels, gunsttarieven en uitzonderingen, onder meer voor wie een aanmerkelijk belang heeft in een vennootschap:

  • Een basisvrijstelling van € 10.000 per jaar is voorzien, verhoogd tot maximaal € 15.000 in het geval de belastingplichtige de afgelopen vijf jaar geen belastbare meerwaarden heeft gerealiseerd.
  • Voor aandeelhouders die de afgelopen tien jaar minstens 20 % van het kapitaal van een vennootschap hebben aangehouden, geldt een specifiek regime:
    • Meerwaarden zijn om de vijf jaar vrijgesteld tot 1 miljoen euro
    • Daarna gelden progressieve tarieven per schijf:
      • 1,25 % tot € 2,5 miljoen
      • 2,5 % tussen € 2,5 en 5 miljoen
      • 5 % tussen € 5 en 10 miljoen
      • 10 % boven € 10 miljoen
  1. Wanneer treedt de belasting in werking?

De nieuwe belasting zal van toepassing zijn vanaf 1 januari 2026. De belasting op meerwaarden zal voor lopende investeringen worden berekend op basis van de waarde van uw portefeuille op 31 december 2025 (tenzij de effectieve aanschaffingswaarde hoger was – op voorwaarde dat de meerwaarde ten laatste op 31 december 2030 wordt gerealiseerd). Hoe hoger deze referentiewaarde, hoe lager de latere fiscale last.

Het lijkt in dat geval aangewezen om op 31 december 2025 een inventaris op te maken en een verdedigingsdossier samen te stellen waarin alle (latente) meerwaarden op lopende investeringen worden samengevat.

Een gesprek met een expert is aangeraden om de beste waarderingsmethode voor dit vermogen op 31 december 2025 te bepalen. Er kunnen immers verschillende waarderingsmethoden overwogen worden om voor aandeelhouders van vennootschappen een zo gunstig mogelijke uitkomst te bekomen tijdens deze waarderingsoefening.

Men kan denken aan:

  • Het opstellen van een waarderingsrapport door een accountant of bedrijfsrevisor;
  • Een kapitaalinbreng in een vennootschap tegen een vooraf bepaalde waardering vóór 31 december 2025;
  • Het verslag van een recente onderhandeling over een aandelenverkoop;
  • Een wettelijke methode: eigen vermogen + (EBITDA x 4).
  1. Wat met verliezen?

Verliezen of minwaarden zijn enkel aftrekbaar in het jaar waarin ze worden gerealiseerd. Er is geen overdracht naar volgende jaren toegestaan, wat het ‘spreiden’ van kapitaalopbrengsten bemoeilijkt.

 

  1. Speculatieve meerwaarden blijven apart belast

Het is belangrijk te benadrukken dat meerwaarden die worden gerealiseerd in een duidelijk speculatief kader — dat wil zeggen, korte termijn of abnormale verrichtingen —afzonderlijk zullen blijven belast aan het huidige tarief van 33 %.

Eveneens zullen vanaf 2026 interne meerwaarden systematisch worden belast aan 33 %. Het realiseren van dergelijke meerwaarden vóór 31 december 2025 of het uitvoeren van transacties om een deelnemingsdrempel van 20% in een onderneming te bereiken, kan interessant zijn, maar houdt vooral een risico van herkwalificatie in, indien de transacties hoofdzakelijk fiscaal geïnspireerd zijn.

Conclusie

Deze belasting betekent een breuk met het Belgische fiscale verleden, dat lang gekenmerkt werd door een bijna volledige vrijstelling van meerwaarden. Hoe banken, belastingplichtigen en de fiscus zich op deze wijziging zullen voorbereiden tegen 2026, blijft af te wachten.

Gelieve te noteren dat de wetteksten vooralsnog niet zijn gepubliceerd. Het is daarom niet uitgesloten dat er nog wijzigingen kunnen worden doorgevoerd aan de hierboven vermelde elementen.

Wij publiceren binnenkort bijkomende updates over deze maatregel zodra het wetgevende kader is goedgekeurd.

Heeft u vragen of wenst u een patrimoniale doorlichting? Neem gerust contact op met ons team.