Op 1 december 2020 trad een nieuwe bepaling[1] in het Wetboek van Economisch Recht (WER) in werking die een verbod op misbruik van “economische afhankelijk instelt”. De wetgever tracht via deze regelgeving de onderhandelingspositie van kleinere ondernemingen te beschermen in verticale ondernemingsrelaties. Een economische afhankelijkheidspositie hoeft uiteraard niet problematisch te zijn maar voor bepaalde situaties wordt op deze wijze dus meer bescherming geboden.
Wanneer treedt dit beschermingsmechanisme in werking?
Een onderneming is (1) economische afhankelijk van een andere waarbij (2) de dominante onderneming misbruik maakt van deze situatie waardoor (3) de mededinging op de Belgische markt aangetast kan worden.
1.Economische afhankelijkheid
Dit is de situatie waarbij de positie van onderworpenheid van een onderneming ten aanzien van één of meerdere andere ondernemingen die gekenmerkt wordt door de afwezigheid van een redelijk equivalent alternatief, beschikbaar binnen een redelijke termijn, en onder redelijke voorwaarden en kosten, die deze of elk van deze ondernemingen toelaten om prestaties of voorwaarden op te leggen die niet kunnen verkregen worden in normale marktomstandigheden.
2. Misbruik door dominante onderneming
Er kan o.a. sprake zijn van misbruik in volgende situaties:
3. Aantasting mededinging
Het misbruik van economische afhankelijkheid kan er toe leiden dat de concurrentie wordt aangetast op de desbetreffende Belgische markt of een substantieel deel ervan.
Besluit
Een economische afhankelijkheidspositie hoeft uiteraard niet problematisch te zijn maar in bepaalde situaties wordt op deze wijze dus meer bescherming geboden. De wetgever dacht in eerste instantie aan situaties van kleinere detailhandel die afhankelijk is van grote leveranciers, e.d.m. zonder echter daartoe beperkt te zijn.
Heeft u vragen over de nieuwe B2B-wetgeving? Contacteer ons vrijblijvend.
[1] Artikel IV.2/1 van het Wetboek van Economisch Recht