In oktober 2023 heeft de Europese Commissie besloten om de drempels voor de grootteclassificatie van vennootschappen te herzien ten einde ze aan te passen aan de inflatie. Deze wijzigingen zijn bij de wet van 27 maart 2024 in de Belgische wetgeving geïmplementeerd. De nieuwe geïndexeerde drempelwaarden zijn van toepassing voor boekjaren die beginnen na 31 december 2023.
De nieuwe groottecriteria beogen een vereenvoudiging van de administratieve lasten voor vennootschappen en een betere afstemming op de werkelijke economische situatie van kleinere bedrijven.
Criterium | Boekjaren die eindigen tot 23/12/23 | Boekjaren die eindigen na 23/12/2023 | |
Micro | Balans | 350.000 | 450.000 |
Omzet | 700.000 | 900.000 | |
Personeel in VTE | 10 | 10 | |
Klein | Balans | 4.500.000 | 6.000.000 |
Omzet | 9.000.000 | 11.250.000 | |
Personeel in VTE | 50 | 50 | |
Groep van beperkte omvang | Balans | 17.000.000 | 21.250.000 |
Omzet | 34.000.000 | 42.500.000 | |
Personeel in VTE | 250 | 250 |
Vennootschappen worden nu als 'klein' gekwalificeerd als ze op de balansdatum van het meest recent afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden:
Ook de definitie van 'microvennootschappen' is aangepast. Een microvennootschap is nu een kleine vennootschap met rechtspersoonlijkheid die op het moment van de jaarafsluiting geen dochter- of moedervennootschap is en niet meer dan één van de volgende criteria overschrijdt:
Voor groepen van vennootschappen zijn de criteria eveneens herzien. Een ‘groep van beperkte omvang’ wordt gedefinieerd als een groep die op geconsolideerde basis niet meer dan één van de volgende criteria overschrijdt:
Voor vennootschapsgroepen die volgens het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) niet verplicht zijn om een geconsolideerde jaarrekening op te stellen, kan het bepalen van de omzet- en balanstotaalgrenzen op geconsolideerde basis administratieve complicaties met zich meebrengen. Om te voorkomen dat consolidatie enkel voor het vaststellen van de groottecriteria noodzakelijk is, kan een moedervennootschap ervoor kiezen om de omzet- en balanstotalen van alle verbonden vennootschappen simpelweg op te tellen. Bij deze geaggregeerde berekening worden de grensbedragen voor omzet en balanstotaal met 20% verhoogd.
Consistentiebeginsel
Door het consistentiebeginsel kan de groottekwalificatie van een onderneming in principe pas wijzigen van zodra meer dan één van de drie criteria vermeld in artikel 1:24 of 1:25 WVV worden overschreden of niet meer worden overschreden en dit zich gedurende twee opeenvolgende boekjaren voordoet. Om in de geest van de Europese maatregel te blijven en de finaliteit ervan te verzekeren, namelijk echte kleine vennootschappen als klein te kwalificeren, komt de wet 27 maart 2024 hierin tekort en voorziet deze niet in een expliciete éénmalige opschorting van het consistentiebeginsel. Bij letterlijke toepassing van de wet zouden vennootschappen, die omwille van de verhoogde criteria in boekjaar 2024 slechts één van de drempels overschrijden, pas ten vroegste vanaf 2025 als klein beschouwd kunnen worden. Niettemin kan er op basis van de letterlijke bepaling van art. 1:24, § 2 WVV (definitie consistentiebeginsel) geargumenteerd worden dat een éénmalige opschorting niet eens nodig is en de nieuwe criteria toegepast kunnen worden op de boekjaren 2023 en 2022.
In het kader van deze recente wetswijziging en de interpretatie van het consistentiebeginsel is het dus mogelijk dat vennootschappen die in 2023 nog als groot werden beschouwd, al vanaf huidig boekjaar als klein kunnen worden gekwalificeerd. Dit heeft onder meer impact op de fiscaliteit (bv. fiscaal gunstige voordelen) en een aantal jaarrekeningrechtelijke verplichtingen (bv. verkort of een volledig schema).
Voor vragen over de impact van deze wijziging op uw onderneming, kunt u altijd contact met opnemen met één van onze experten.