De regering-De Wever I heeft een reeks fiscale maatregelen voorgesteld die de Belgische economie moeten stimuleren en zowel zelfstandigen als bedrijven ondersteunen. De nadruk ligt op de vereenvoudiging van belastingregels en het bevorderen van investeringen. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste maatregelen, die we verder zullen analyseren zodra er meer details beschikbaar zijn.
1. Fiscale aftrekken voor zelfstandigenVanaf 2027 wordt een belastingaftrek ingevoerd voor zelfstandigen, zowel voor hun hoofd- als nevenactiviteiten. Deze aftrek geldt voor de eerste schijf van hun winsten en baten, na aftrek van fiscale verliezen en beroepskosten.
2. Wijzigingen in voorafbetalingen
De belastingverhoging bij onvoldoende voorafbetalingen in de personenbelasting wordt vanaf 2026 afgeschaft. Daarnaast wordt een vijfde voorafbetalingsperiode toegevoegd voor de personenbelasting, waarbij betalingen uiterlijk op 20 februari van het desbetreffende inkomstenjaar moeten worden verricht.
3. Autokosten
De aftrekbaarheid van autokosten wordt herzien, met een focus op elektrische en hybride voertuigen. Er komt een langere overgangsperiode, zodat bedrijven langer kunnen profiteren van belastingvoordelen voor hybride voertuigen.
4. Verminderde vennootschapsbelasting bij minimale beloning
Om in aanmerking te komen voor het verlaagde vennootschapsbelastingtarief van 20% op de eerste 100.000 euro belastbare basis, moeten KMO-ondernemers zichzelf een minimale bezoldiging van 50.000 euro toekennen (tegenover 45.000 euro nu). Maximum 20% van deze bezoldiging mag uit voordelen in natura bestaan.
5. Hervorming van de aftrek voor definitief belaste inkomsten (DBI)
De nieuwe regeling voorziet een belastingvrijstelling (ipv aftrek), maar stelt strengere eisen. Zo wordt (voor deelnemingen (financiële vaste activa) van minder dan 10%) de minimale aanschaffingswaarde, om in aanmerking te komen voor DBI, verhoogd van 2.500.000 euro naar 4.000.000 euro; deze verstrenging zou enkel voor grote ondernemingen gelden.
Voor een zogenaamde DBI-BEVEK zal geen verrekening RV meer mogelijk zijn indien de minimum bezoldigingsvoorwaarde niet wordt gehaald en er zal een 5% meerwaardebelasting zijn bij uitstap.
6. Liquidatiereserve
De belastingregimes voor KMO’s, zoals VVPR-bis en VVPR-ter (gunstige tarieven op dividenden), worden geharmoniseerd. De aanpassingen aan het regime van de liquidatiereserve zijn als volgt:
7. Meerwaarden op financiële activa, de zogenaamde solidariteitsbijdrage Er bestaat nog onduidelijkheid over de belasting op meerwaarden op financiële activa, zoals de toepassing van een solidariteitsbijdrage van 10%, de timing ervan en mogelijke vrijstellingen. Meer details hierover volgen in een volgende nieuwsbrief, waarin dit onderwerp uitgebreider wordt besproken. |
8. Andere belangrijke maatregelen
Conclusie
De fiscale maatregelen van de regering-De Wever I voor de periode 2025-2029 zijn gericht op economische groei, administratieve vereenvoudiging en een gunstiger belastingklimaat voor zelfstandigen en bedrijven. Werken belonen is tevens een belangrijke drijfveer.
Transparantie, investeringsstimulansen en een efficiëntere belastingadministratie staan centraal.
Meer informatie over de bovenstaande maatregelen volgt in een volgende nieuwsbrief zodra er meer duidelijkheid is.
Heeft u vragen over dit artikel of wenst u meer informatie? Neem dan contact op met uw vertrouwde HLB-expert.