Bestuurdersaansprakelijkheid: opletten met alarmbelprocedure t.g.v. coronacrisis – 06/04/2020

De economische gevolgen van de coronacrisis kunnen ertoe leiden dat de continuïteit van ondernemingen in het gedrang komt waardoor de alarmbelprocedure van kracht wordt. Deze procedure wordt door het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen als volgt omschreven (art. 2:52 WVV): “wanneer gewichtige en overeenstemmende feiten de continuïteit van de onderneming in het gedrang kunnen brengen, moet het bestuursorgaan beraadslagen over de maatregelen die moeten worden genomen om de continuïteit van de economische activiteit voor een minimumduur van twaalf maanden te vrijwaren”.

De invulling van de alarmbelprocedure voor BV’s wijzigde ingrijpend ingevolge het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. De bestuurders dienen dan ook op hun hoede te zijn om geen ongewenste bestuurdersaansprakelijkheid op te lopen.

Alarmbelprocedure bij de NV (art.7:228 WVV)

Indien het nettoactief bij een NV beneden de 50% of 25% van het geplaatst kapitaal gedaald is, dient door het bestuursorgaan een bijzonder verslag opgemaakt te worden waarin maatregelen worden voorgesteld om de continuïteit van de vennootschap te vrijwaren. Dit verslag moet ter beschikking gesteld worden van de algemene vergadering die binnen de twee maanden gehouden moet worden. Of de procedure al dan niet van toepassing is, kan eenvoudig afgetoetst worden aan de hand van voormelde parameters.

Alarmbelprocedure bij de BV (art.5:153 WVV)

Minder eenduidig is de alarmbelprocedure bij de BV. De alarmbelprocedure zal in volgende situaties gevolgd moeten worden:

  • het nettoactief is negatief geworden;
  • het nettoactief dreigt negatief te worden;
  • de vennootschap heeft naar redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen niet voldoende middelen om de eerstvolgende 12 maanden haar schulden te voldoen (liquiditeit).

Van zodra aan één van bovenstaande parameters is voldaan, dient het bestuursorgaan, net zoals bij de NV het geval is, een bijzonder verslag op te maken en ter beschikking te stellen aan de algemene vergadering. Tevens roept zij de algemene vergadering bijeen om binnen de twee maanden te besluiten over de ontbinding dan wel over de voorgestelde maatregelen.

Het bestuursorgaan van de BV is er dus toe gehouden om de ontwikkelingen van de vennootschap nauwgezet op te volgen. De wetgever heeft bij het invoeren van het WVV nagelaten de (permanente) liquiditeitstest te concretiseren. Er zijn dus verschillende invullingen mogelijk, denk o.a. aan een kasplanning, de current ratio, de acid ratio, enz.. De belangrijkste voorwaarde hierbij is dat u beschikt over een budget (en bijhorende kasplanning) die zo realistisch mogelijk werd opgesteld. Dit is niet altijd evident maar het is volgens ons wel nodig om aan de verplichting te voldoen. Het budget zal onderhevig zijn aan wijzigingen op basis van een voortschrijdend inzicht. Het is van belang om deze op regelmatige basis bij te werken. Wij kunnen u zeker op weg helpen om deze tot stand te brengen. Aangezien het niet (tijdig) voldoen aan de alarmbelprocedure kan leiden tot de aansprakelijkheid van het bestuursorgaan, zijn wij de mening toegedaan om de voorwaarden voorzichtigheidshalve ruim te interpreteren en tijdig de nodige stappen te ondernemen.

Besluit

Sinds 1 januari 2020 is de aangescherpte alarmbelprocedure dwingend van kracht, zij geldt dus ongeacht of de vennootschap zich reeds geconformeerd heeft naar de nieuwe vennootschapswetgeving. Het bestuursorgaan dient dus tegen de achtergrond van de huidige coronacrisis extra waakzaam te zijn. Het WVV verwacht een permanente opvolging van de liquiditeitspositie door het bestuursorgaan. Indien zij niet tijdig de nodige stappen onderneemt, kan dit tot haar aansprakelijkheid leiden.

Heeft u nog vragen over dit onderwerp?
Contacteer nu de expert van HLB:

dries.vervoort@hlb.be

Tax & Legal Consultant
+32 3 449 97 57

Dries Vervoort

Share